Naar aanleiding van de recente ontwikkelingen rond VIAS en de audit die besteld werd door de minister van Mobiliteit, pende ik mijn initiële gedachten neer.
“Een serieus probleem voor het verkeersveiligheidsbeleid”
Dat er wel eens vragen worden gesteld over het functioneren van VIAS Institute, een belangrijke partner voor het verkeersveiligheidsbeleid in ons land, is niet nieuw. Sinds de omvorming van een overheids-vzw naar een vennootschap in 2016, kwamen geregeld opmerkingen naar boven over de structuur en de onafhankelijkheid. Over de kwaliteit en de conclusies van het onderzoek en de adviezen voor overheden, was er minder twijfel. De reputatie van het kenniscentrum stond – ondanks een meer commerciële en meer media-gerichte opstelling – buiten kijf.
Maar wat we afgelopen zaterdag lazen in De Standaard roept ernstige vragen op. Veel vragen.
VIAS Institute is de opvolger van het BIVV, het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid. Dat was een overheids-vzw, grotendeels gefinancierd door de federale overheid, en had een aantal pijlers: kenniscentrum, sensibiliseringscampagnes, kwaliteitscontroles: ijking van verschillende verkeer gerelateerde zaken en CARA, centrum voor rijgeschiktheid. Belangrijke pijlers werden met de 6e staatshervorming geregionaliseerd (sensibilisering, rijgeschiktheid), wat aanleiding was om de jarenlange structuur van federale overheids-vzw te gaan herstructureren. Zo ontstond de voorloper van VIAS Institute, een vennootschap met 2 aandeelhouders, die niet langer enkel voor de federale overheid diensten in de verkeersveiligheidssfeer zou leveren, maar z’n focus ging verruimen. Ook aan regionale overheden werden diensten aangeboden, en eveneens aan bedrijven, verenigingen, organisaties, etc. Ook werd het werkveld van verkeersveiligheid verruimd naar het bredere mobiliteitsbeleid, veiligheid en gezondheid.
Van bij aanvang werden er wel wat vragen gesteld, maar het leidde er wel toe dat het gerespecteerde BIVV niet moest opgesplitst worden, niet uit elkaar zou vallen. Toen er vraagtekens rezen over de aanstelling van communcatieverantwoordelijke, die zelf ook een communicatiebureau had dat ingeschakeld werd voor BIVV/VIAS, verdween dat wat in de plooien van de hervorming.
VIAS werd erg actief in de media, en slaagde er regelmatig in om thema’s in het nieuws en op de politieke agenda te krijgen. Vanuit verkeersveiligheidsoogpunt een goede zaak. Het kenniscentrum bleef ook nota’s en adviezen afleveren zoals voorheen. Op de andere activiteiten hadden we minder zicht, evident aangezien die ook minder op het beleid an sich gericht zijn. VIAS Academy bv met z’n opleidingen allerhande, de rijscholen die er in de loop der jaren bij gekomen zijn, opdrachten voor bedrijven en organisaties.
Hoewel er zoals gezegd eerder al wel eens vragen werden gesteld, deed het bericht dat minister Gilkinet in augustus een audit bestelde over de samenwerking de wenkbrauwen fronsen. Ook enkele getuigenissen riepen en roepen ernstige vragen op. En het artikel van Nikolas Vanhecke dat afgelopen zaterdag in De Standaard verscheen, doet daar nog een hele schep vragen bovenop. Veel vragen dus. Vragen die schreeuwen om een antwoord.
Het maatschappelijk belang van VIAS en haar verkeersveiligheidsonderzoek mag niet onderschat worden. Als zou blijken dat dit ondergraven wordt omwille van commerciële inkomsten, dan zou dit een ernstig probleem zijn voor ons verkeersveiligheidsbeleid. Het is te vroeg om daar harde uitspraken over te doen, maar antwoorden zijn wél cruciaal. Totale transparantie is nu cruciaal.
Afgelopen week waren er al parlementaire vragen over het functioneren van VIAS n.a.v. het nieuws over de audit. Het nieuws van vandaag leidt tot nieuwe en meer diepgaande vragen die in het parlement moeten opgehelderd worden. Daarenboven is het meer dan aangewezen dat ook de audit die lopende is, na afloop aan de commissie mobiliteit van de Kamer wordt gepresenteerd. Want enkel totale transparantie is nu op z’n plaats.
Jef