22 januari 2014. Op die dag dienden wij een wetsvoorstel in om een mobiliteitsbudget mogelijk te maken. Het parlement maakt zich nu op om de regeling definitief te stemmen en van kracht te laten gaan op 1 maart 2019. Vandaag werd het alvast goedgekeurd in de Kamercommissie Financiën. Het volwaardige mobiliteitsbudget, een uitdrukkelijke vraag van CD&V, is een budget dat een werknemer kan aanwenden voor verschillende vervoersmogelijkheden zoals tram, bus en fiets. Ze ruilen hun salariswagen in en helpen zo mee aan het verminderen van de vele files.
De cijfers bewijzen het: onze wegen slibben jaar na jaar een beetje meer dicht. Daar zit de bedrijfswagen voor iets tussen. Heel wat werknemers hebben een bedrijfswagen nodig als verlengstuk van hun job. Anderzijds stellen we vast dat er heel wat werknemers zijn die een (salaris)wagen als extralegaal voordeel krijgen omdat het fiscaal nog steeds interessant blijft voor werkgever en werknemer. Maar met het mobiliteitsbudget zetten we daar een volwaardig alternatief tegenover.
Werknemers die hun bedrijfswagen inruilen, krijgen daarvoor een mobiliteitsbudget tot hun beschikking. Op die manier krijgt de werknemer de kans om zijn mobiliteit op een flexibele manier in te vullen en te kiezen voor alternatieve vervoersmodi. Hij kan bijvoorbeeld zijn dure salariswagen inruilen voor een treinabonnement, een fiets of een duurzamere wagen, al dan niet in een deelformule. En dat op een manier die fiscaal en sociaal interessant is.
Het mobiliteitsbudget is ook toegankelijk voor werknemers die geen bedrijfswagen hebben, maar er wel voor in aanmerking komen. Dat zorgt er bijvoorbeeld voor dat nieuwe werknemers, denk aan startende jongeren, onmiddellijk kunnen kiezen voor het mobiliteitsbudget en dus niet automatisch in de file gaan staan. We nemen vandaag een belangrijke horde op de weg naar een nieuw, duurzaam mobiliteitsevenwicht. En zo zijn we maar een stap verwijderd van MaaS (Mobility as a Service), dé mobiliteitsformule van de toekomst, ondertussen ook gekend als ‘de Netflix van de mobiliteit'.
Hoe werkt het?
De hoogte van dat bedrag wordt bepaald op basis van de reële kost van de ingeleverde bedrijfswagen. Een werknemer kan zijn mobiliteitsbudget besteden in drie pijlers. Net zoals bij een Netflix-abonnement, kan je met één budget kiezen uit allerlei mogelijkheden:
- Pijler 1: ruil je salariswagen in voor een milieuvriendelijkere wagen (met dezelfde (para)fiscale regels als een bedrijfswagen).
- Pijler 2: ruil je salariswagen in voor duurzame vervoermiddelen en -diensten die volledig (para)fiscaal worden vrijgesteld. Zo kan je kiezen voor een elektrische fiets of een monowheel in combinatie met een treinabonnement. Naast fietsen, motorfietsen en het openbaar vervoer, kan je ook kiezen voor een deeloplossing zoals carpooling of autodelen. De werknemer kiest zelf welke vervoersmodi het best bij zijn of haar situatie passen.
Wie binnen een straal van 5 km van de normale plaats van tewerkstelling woont, kan zelfs het huurgeld of de intresten van een hypothecaire lening financieren met het mobiliteitsbudget. Het bedrag dat men in de tweede pijler spendeert, is volledig vrijgesteld van bijdragen voor sociale zekerheid en belastingen.
- Pijler 3: tot slot kan je ervoor kiezen om het bedrag om te zetten in loon. Let op, hierop betaal je nog steeds een bijzondere sociale zekerheidsbijdrage van 38,07 %. Op die manier wordt het interessanter om te kiezen voor de eerste twee pijlers en draagt het dus effectief bij tot een mobiliteitsverandering. Het mobiliteitsbudget draagt bovendien bij tot de opbouw van pensioenrechten en andere sociale rechten. Daarin verschilt het van het bestaande “cash for car”- systeem.